Terugblik: aanleiding en opdracht
Het programma Koers en kansen voor de sanctie-uitvoering begon al in 2015. Hieronder een korte terugblik.
Ontwikkelingen samenleving
Aanleiding voor een programma over de toekomst van de sanctie-uitvoering is allereerst geweest dat de criminaliteit sterk daalde. Een groot deel van onze cellen stond leeg. Dit komt ook omdat er steeds meer mogelijkheden zijn voor rechters. Waar vroeger een lange gevangenisstraf gebruikelijk was, werden steeds meer voorwaardelijke straffen met toezichtmaatregelen of een combinatie van een korte detentie en behandeling opgelegd. Ook bleek dat de doelgroep van de sanctie-uitvoering steeds complexer was geworden. Er zijn relatief meer personen met een psychiatrische aandoening, verslaving, schulden en/of een (licht) verstandelijke beperking.
Bovendien waren er allerlei maatschappelijke trends die sanctie-uitvoering (mogelijk) beïnvloedden, maar waar we nog geen antwoord op hadden. Technologische vooruitgang bijvoorbeeld, of de groeiende kloof tussen verschillende bevolkingsgroepen. Maar ook de opkomst van gemeenten als belangrijke spelers in het zorg- en veiligheidsdomein is een ontwikkeling om rekening mee te houden.
Opdracht
Het programma Koers en kansen voor de sanctie-uitvoering kreeg in 2015 de volgende onderzoeksvraag mee als opdracht: Hoe kan de sanctie-uitvoering flexibel en robuust georganiseerd worden?
Met flexibel werd bedoeld: hoe kunnen we inspelen op veranderingen in het aantal en soort delinquenten, en met veranderingen in de samenleving? En met robuust: hoe blijven we ook in de toekomst effectief in de strafdoelen (vergelding en recidive voorkomen)?
De opdracht leggen we uit in deze animatie.
Activiteiten en resultaten
In de eerste fase van Koers en kansen (2015-2016) zijn ontwikkelingen in de samenleving in het algemeen en rondom de sanctie-uitvoering in het bijzonder in kaart gebracht. Dit deden we door het organiseren van gesprekken en bijeenkomsten op regionaal niveau.
De opdracht was om niet op de traditionele manier te werken, maar ‘van buiten naar binnen’ en bottom-up. Het programma ‘Koers en kansen voor de sanctie-uitvoering’ nodigde daarom veel professionals, bestuurders en wetenschappers uit om mee te denken. Niet alleen betrokkenen bij Justitie, maar ook uit de zorg, de onderwijssector en gemeenten. Ook spraken we met vrijwilligers en delinquenten, en verzamelden en analyseerden we literatuur. Werkbezoeken in binnen- en buitenland zorgden voor inspiratie uit de praktijk.
Op basis hiervan zijn toekomstscenario’s gemaakt, bedoeld als gedachteoefening. Welke onzekerheden kunnen we voorzien en wat zijn daarvan de gevolgen voor de manier waarop we straffen opleggen en uitvoeren?
Het programma organiseerde in september een landelijke werkconferentie. Niet alleen om informatie te krijgen, maar vooral ook om kennis te delen.
De ideeën die zo gaandeweg ontstonden, toetsten we doorlopend. Zo was er een groep ‘Wijzen’ die ons kritisch volgden en adviseerde vanuit verschillende (hoofdzakelijk wetenschappelijke) achtergronden. Ook waren bestuurders uit de domeinen vertegenwoordigd in een gremium (de Verbeteraars) om gerichte sturing te geven aan het programma.
Tijdens een bestuursdiner (november 2016) werd opnieuw een grote groep bestuurders betrokken bij de gedachtenvorming. Vervolgens lieten we tijdens een landelijk sumposium (december 2016) geïnteresseerden kennismaken met een greep uit mooie initiatieven die er al waren.
Resultaat van deze brede, verkennende fase is een whitepaper. Dit document werd door de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer gestuurd. Uiteraard ontvingen ook alle betrokkenen en geïnteresseerden het whitepaper.
Van onderzoek naar project
De brede aanpak hielp om helder te krijgen welke maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in het domein van justitie belangrijk zijn. Belangrijk voor de toekomstige organisatie van de sanctie-uitvoering. Het resultaat was een verdieping van het oorspronkelijke whitepaper waarin drie veranderlijnen en een veranderagenda zijn benoemd.
Na twee jaar onderzoek (2015-2016) is nu de praktijk aan zet. We zijn ‘van papier naar praktijk’ gegaan en ‘van denken naar doen’. Ook nu is er opnieuw veel ruimte voor initiatief vanuit het veld. Door het ontwikkelen en uitvoeren van projecten kan direct in de praktijk worden ervaren of nieuwe vormen van (samen)werken tussen sanctie-uitvoering, zorg en lokaal bestuur het gewenste resultaat opleveren. Dat betekent: goed monitoren en meten. Maar het betekent ook dat we ons niet vooraf vastleggen op een bepaald eindresultaat. Daarvoor is de problematiek te complex.
We creëren met de projecten daarom een lerende omgeving waarbij we binnen en tussen de projecten zoveel mogelijk lessen proberen te verzamelen. Samen met onze partners in zorg en lokaal bestuur zullen we telkens de volgende stappen bepalen. Uiteindelijk kijken we natuurlijk opnieuw naar de toekomst: welke projecten of onderdelen van projecten zijn zo succesvol dat ze behouden moeten worden? En hoe kunnen projecten zichzelf of met hulp van het Rijk bestendigen? Met deze vragen gaat het programma aan de slag.
Meer informatie over de projectenaanpak vind je onder het kopje projectenlab in de menubalk.